Artikelen & Publicaties

Overgangsregime voorbij, eindelijk vrij verkeer tussen Nederland en Kroatië

Overgangsregime voorbij, eindelijk vrij verkeer tussen Nederland en Kroatië

Heeft u momenteel Kroatische werknemers, bent u van plan een Kroatische burger in dienst te nemen of kent u een Kroatische burger die in Nederland wil gaan werken, dan is er nu goed nieuws.
Op 8 juni 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekondigd de tweede fase van het overgangsregime tussen Nederland en Kroatië niet te zullen verlengen. Hierdoor is dit overgangsregime geëindigd op 30 juni 2018.

Maar wat houdt dit overgangsregime precies in en wat zijn hiervan de gevolgen voor u?

Bij toetreding van Kroatië tot de Europese Unie in 2013 heeft het toetredingsverdrag de lidstaten de mogelijkheid gegeven om maximaal zeven jaar gebruik te maken van een overgangsregime voor vrij verkeer van werknemers.
Concreet betekende dit dat zolang dit overgangsregime van kracht was, werknemers uit Kroatië een tewerkstellingsvergunning moesten aanvragen om in de EU-lidstaten te mogen werken. Dit was een beperking van het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie. Hierbij moesten de EU-lidstaten die hier gebruik van wilden maken, op grond van het toetredingsverdrag EU-Kroatië, de Europese Commissie in kennis stellen van toepassing en aantonen dat sprake is van ernstige verstoringen van de arbeidsmarkt of een dreiging daarvan indien dit overgangsregime niet zou worden toegepast of niet verlengd.

De Nederlandse overheid heeft sinds 2013 gebruik gemaakt van dit overgangsregime en heeft op 8 juni 2018 besloten hier geen gebruik meer van te maken waardoor de toepassing hiervan vervallen is na 30 juni 2018. Vanaf 1 juli 2018 is het dus niet meer vereist om een tewerkstellingsvergunning in Nederland aan te vragen voor een Kroatische werknemer. Er is dan ook vanaf 1 juli 2018 pas sprake van vrij verkeer van werknemers tussen Nederland en Kroatië.

Toepassing van het overgangsregime is niet nieuw

De toepassing van dit overgangsregime is niet nieuw. Zo heeft Nederland tussen 2004 en 2006 dit overgangsregime ook toegepast op de toenmalig acht nieuwe EU-lidstaten: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Slovenië. Ook in het toetredingsverdrag tussen de Europese Unie en deze acht nieuwe landen was een zelfde clausule omtrent dit overgangsregime opgenomen. En net zoals bij het verdrag tussen de Europese Unie en Kroatië was het ook hier vereist voor de werknemers uit deze acht landen om een tewerkstellingsvergunning aan te vragen om in Nederland te mogen werken.

Toch lijkt sprake te zijn van een andere behandeling jegens deze acht EU-landen dan de behandeling jegens Kroatië. Zo is het overgangsregime voor deze acht EU-lidstaten toegepast tussen 2004 en 2006 waarbij het overgangsregime voor Kroatië van 2013 tot 2018 van toepassing was. Werknemers uit Kroatië die in Nederland wilden werken moesten hier gedurende meer dan de dubbel zo een lange periode een tewerkstellingsvergunning aanvragen dan de werknemers uit de eerder genoemde acht EU-landen die in 2004 zijn toegetreden.

De vraag die zich hierbij stelt is of de Kroatische werknemers de arbeidsmarkt zodanig meer ernstig verstoren dan de werknemers uit die acht EU-landen.
Een aangevoerd argument van de Nederlandse overheid is de economische crisis waarin Nederland zich destijds bevond en dat daardoor voorzichtigheid betracht moet worden met arbeidsmigranten.

Is dit een argument dat werkelijk nog aangevoerd mag worden?

Toetreding in 2013 was eventueel in een economische lastigere tijd, maar of dit lastig genoeg was dat een overgangsregime gerechtvaardigd kan worden, is de vraag.
De exacte gegevens van de jaren vóór 2017 ontbreken, maar uit de kamerbrief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gebleken dat in 2017 slechts 59 tewerkstellingsvergunningen aangevraagd werden voor Kroatische werknemers om in Nederland te werken.
Om deze 59 vergunningen aan te kunnen duiden als een ernstige verstoren van de arbeidsmarkt lijkt onrechtvaardig.

Wat betekent dit concreet voor u?

Nu de Nederlandse overheid het niet meer een ernstige verstoring van de arbeidsmarkt lijkt te vinden dat Kroatische burgers in Nederland werken, heeft de Nederlandse overheid het overgangsregime opgeheven.
Deze opheffing betekent concreet dat er per 1 juli 2018 volledig vrij verkeer is van werknemers tussen Nederland en Kroatië.

Waar voorafgaand een tewerkstellingsvergunning aangevraagd diende te worden voor Kroatische werknemers om in Nederland tewerkgesteld te worden, is dat nu niet meer nodig.
Voor Kroatische burgers die graag in Nederland willen werken betekent de opheffing van het overgangsregime dat zij nu zonder een tewerkstellingsvergunning kunnen gaan werken in Nederland.

Voor u, als werkgever, betekent dit dat u werknemers uit Kroatië in Nederland kunt laten werken op dezelfde manier als werknemers uit de overige EU-landen, zoals België en Duitsland.

“Let wel op dat ook voor deze buitenlandse werknemers dezelfde arbeidsvoorwaarden gelden als voor de Nederlandse werknemers.

Ook uw werknemers uit Kroatië (of andere EU landen) hebben recht op o.a. minimumloon, voldoende rusttijden, veilige arbeidsomstandigheden etc.. De naleving van de Nederlandse arbeidsvoorwaarden wordt door de Inspectie SZW gecontroleerd en bij geconstateerde overtredingen worden boetes opgelegd.

Als werkgever doet u er verstandig aan om u vóóraf goed te laten informeren.
Wij van ACG International zijn gespecialiseerd in grensoverschrijdend zaken doen en helpen u graag bij uw vragen omtrent het in dienst nemen van buitenlandse werknemers.

Expertise

Contact

Heeft u een vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. U kunt mailen naar info@acginter.com.